Tonny Hendriks.
Tonny Hendriks. Foto: Ger Loeffen

De Maas & Waler dat ben ik: Tonny Hendriks

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In de rubriek ‘de Maas & Waler dat ben ik’ maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.

Naam:                 Tonny Hendriks
Leeftijd:                 71 jaar
Woonplaats:         Beuningen

‘Als dertiende van veertien kinderen in ons gezin werd ik geboren in de Beuningsesteeg, wat tegenwoordig de Wilhelminalaan heet. Er waren nog meer kinderen in ons gezin; naast die veertien werden er nog eens drie doodgeboren.’

Tonny werkte gedurende 40 jaar op de universiteit, het Radboud; eerst als postjongen en tenslotte als boekhouder. In 2007 kon hij met vervroegd pensioen en vond hij eindelijk de tijd leuke dingen te gaan organiseren voor de jeugd. ‘Veel eerder al, in de jaren dat ik nog bij drumband Luctor et Emergo zat, verzorgde ik samen met het bestuur jeugdkampen voor de leden. We gingen meestal een weekendje naar Brabant, waar we spelletjes deden, disco-avonden hielden en speurtochten uitzetten. Ik begon bij de drumband toen ik nog op de lagere school zat. Later speelde ik nog een ander instrument: de bariton.’

Landschapsbeheer Beuningen

Tegenwoordig is Tonny veel op pad als vrijwilliger bij Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen (VLB) en in de timmerwerkplaats Beuningen. ‘We maken daar onder andere tafels voor picknickplaatsen en dergelijke. Bij Slot Doddendael verricht ik snoeiwerk in de boomgaard. Niet lang geleden is er een wijngaard aangepoot, die moet straks ook nog bijgehouden worden. Ik wil echt niet de hele dag thuis zitten, dus ik ben daar sinds een jaar zo’n drie dagen per week in de weer met een leuke ploeg gelijkgestemden. Dat was een goeie tip van mijn vrouw, die een advertentie had gezien. Echt iets voor jou, zei ze, en ze had gelijk.’

Verzamelen

In een open kast staan een paar oude radio’s. ‘Die verzamel ik een beetje. En ik heb nog een leuke collectie oude fototoestellen, ik denk een stuk of vijftig, zestig. Met sommige van die oude camera’s heb ik nog wel eens foto’s gemaakt. Een donkere kamer heb ik nooit gehad. Vroeger, toen ik in dienst zat, heb ik wel eens foto’s ontwikkeld met een dienstmaatje samen. Mijn fototoestellen staan nu niet meer in de kamer, maar boven, in een vitrine, voor de afwisseling. Ik kocht ze meestal op vlooienmarkten zoals de luizenmarkt in Nijmegen of bij brocantes in Frankrijk, bijvoorbeeld in Perpignan, dicht bij de grens met Spanje. Ik vind het altijd een sport af te dingen op de prijs. Ik beheers het Frans niet echt goed, maar als ik weer eens iets flink onder de vraagprijs op de kop had getikt genoot ik dubbel van mijn aankoop. Ik ga graag naar Frankrijk, vaak naar het midden van het land, de Dordogne bijvoorbeeld, waar je nog prachtige dorpjes vindt. Daar is het landschap, met fraaie heuvels en dalen en bossen, wat mooier dan in het zuiden, vind ik.’

The Kinks

Vroeger hing ik graag wat rond met een aantal kameraden. Ik weet het nog goed, we verzamelden dan steevast, iedere zondag opnieuw, bij de winkel van bakker Van de Pol. Daar stonden we dan met onze Puch brommers voor de etalage. Het was de tijd dat ik helemaal gek was van The Kinks en dat we met zijn allen naar Radio Caroline luisterden. Helaas is een van onze Kinksfans (Willy Peters) inmiddels overleden. Ik ben weleens naar een concert van die band geweest, in Den Haag. Ze zouden eens optreden in Tiel, maar toen kwamen ze uiteindelijk niet opdagen vanwege hevige sneeuwval. Konden we weer naar huis… Nu luister ik soms nog naar hun muziek, vaak via Spotify. Ik hou van die psychedelische klanken. Maar ik ben eigenlijk ook wel fan van Jimmy Hendrix. Bij zijn muziek kan ik altijd heerlijk wegdromen. Gedurende tien jaar ben ik roadie geweest bij de Major Dundeeband. In die tijd heb ik mensen als Henk Wijngaard en Ilse de Lange ontmoet.’

Beuningen

Tonny vindt dat Beuningen vroeger een echt boerendorpje was, maar dat het tegenwoordig, vooral de laatste jaren, snel vooruitgang heeft geboekt, als het gaat om wonen en winkelaanbod. ‘Met de buurtvereniging hebben we gelukkig goede contacten met de gemeente, zodat we een fietspad hebben kunnen realiseren.’ Hij geeft aan dat er vroeger nog veel bijnamen waren: ‘De Mangel, de Tuter, en ikzelf werd Tontje van Wielie genoemd. Groter dan Beuningen nu is hoeft het voor mij niet te worden. Ik ben bang dat dan de onderlinge cohesie vermindert en de contacten oppervlakkiger worden.’

Door Ton van Hulst