Cor Geutjes.
Cor Geutjes. Foto: Maik Jansen

De Maas & Waler dat ben ik: Cor Geutjes

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In de rubriek ‘de Maas & Waler dat ben ik’ maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.

Naam:                 Cor Geutjes
Leeftijd:                 64 jaar
Woonplaats:         Beneden-Leeuwen

‘Toen ik de eerste jaren van mijn leven als zoon van een agrariër in Neerbosch doorbracht, was het nog een plattelandsgehucht met overwegend agrariërs, waar het in 1962 zo hard vroor dat we over het ijs van het Maaswaalkanaal naar school konden lopen. Ik heb daar een fijne jeugd gehad. Nu zijn die oude boerderijtjes allemaal verdwenen, ze hebben plaatsgemaakt voor moderne woonwijken als Dukenburg en Lindenholt. In Nijmegen deed ik drie verschillende LTS-opleidingen. Daarna volgde ik de MAS (Middelbare Agrarische School) in Cuijk.’

Direct na zijn laatste schooldag moest hij in militaire dienst. ‘Omdat ik bekend was met het agrarische wereldje werd ik halverwege mijn diensttijd gebeld met de vraag of ik op een proefbedrijf voor fokvarkens wilde gaan werken. Dat heb ik drie en een half jaar gedaan, en heb toen ook Johan Cruyff ontmoet, die destijds in Spanje een varkensbedrijf bezat.’

Gemeente

Via de KPJ (Katholieke Plattelands Jongeren) en het uitgaansleven kwam Cor steeds vaker in contact met het Land van Maas en Waal. ‘Ik besloot een huis te bouwen in Beneden-Leeuwen, omdat ik me geen stadsmens voelde. Ik begon vervolgens in de buitendienst bij de toenmalige gemeente Wamel. Toen de gemeentelijke vrachtwagenchauffeur met pensioen ging werd ik gevraagd zijn baan over te nemen. Stapje voor stapje kreeg ik andere taken en verantwoordelijkheden en heb ik mij opgewerkt tot opzichter openbare ruimte.’
Naast zijn werk voor de gemeente werkte Cor zo’n veertig jaar in de gladheidbestrijding; eerst in de bestrijding, later als coördinator. ‘De toen nog smalle dijken waren het gevaarlijkst. Aan de ene kant het hoge water, en aan de andere kant gaapte het diepe talud’, aldus Cor. Ook zat hij dertig jaar bij de brandweer, onder andere als bevelvoerder en groepscommandant, en gaf les aan aspirant brandweerlieden. ‘Dat gaf veel voldoening, maar ik heb ook veel personen uit autowrakken en ooit iemand uit een brandende woning gehaald. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten.’

In 1984 maakte Cor de gemeentelijke herindeling mee. De brandweer werd in 1985 onderdeel van de veiligheidsregio. ‘Het waren toen echt andere tijden. Minder papierwerk, minder protocollen, en veel op locatie bezoek bij bedrijven en instellingen, onder andere om de panden goed te leren kennen. Als er wel eens een paard in de sloot was gevallen riepen ze mij er altijd bij; ik was tenslotte een boerenjongen en heb pony’s gehad.’

Evacuatie

‘Tijdens de grote evacuatie in 1995 had ik zeer veel om handen: de brandweer vroeg mijn aandacht, ik was betrokken bij de hulppost van de gemeente en ik moest mijn huis, mijn gezin en mijn pony’s veilig zien te stellen. Ja, dat was wel een heftige tijd. Maar een opsteker was het voor me dat ik tijdelijk de chauffeur van de burgemeester werd, en zelfs even van Koningin Beatrix, tijdens haar bezoek aan het Land van Maas en Waal. Dat was op 2 februari 1995, ik heb het nauwkeurig genoteerd. Ik heb trouwens onder vier verschillende burgemeesters gewerkt, altijd met veel plezier.’

Pensioen

Per 1 november gaat Cor met pensioen, na veertig jaar bij de gemeente te hebben gewerkt. Maar stilzitten is er niet bij. Integendeel. ‘In de schuur staat nog een oude tractor waar ik vroeger mee heb gewerkt en die ik ooit nog wil opknappen, hij is net zo oud als ikzelf. Mijn vader heeft hem destijds nieuw aangeschaft. Daarnaast ga ik fietsen, motorrijden en klussen, thuis en bij mijn kinderen. Ik ben redelijk handig, en heb meegewerkt aan het bouwen van de rijhal van De Vier Heemskinderen. Daar is met enorme inzet van de leden iets moois tot stand gekomen.’

‘Ik geniet van de plattelandssfeer hier, van de onderlinge samenwerking en de fijne omgeving met veel goede voorzieningen, ideaal voor opgroeiende kinderen. Het verenigingsleven kun je gerust het predicaat rijk geven. Voor mij is het gewoon een aantrekkelijk stukje Nederland. Ik hoop dat de dorpen, vooral de kleinere, het unieke van deze streek kunnen vasthouden. En ik zou niet graag zien dat de verbreding van de Maas en Waalweg de opmaat vormt voor een verstedelijking van dit gebied.’

Door Ton van Hulst