Afbeelding
Illustratie: Trudy Kunz

Column Bas van der Hoeven: De postbode

Column Column Bas van der Hoeven

De grootste duikeling op de maatschappelijke ladder maakte in de afgelopen decennia de postbode. Van een strak in uniform zittende man met pet werd het een schichtig door de straten sluipende parttimer in oranje-bruine bedrijfsvodden.

Beroepseer en vakkennis zijn sterk afgenomen. Dat werd me pijnlijk duidelijk toen ik onlangs een briefkaart in de bus kreeg. Het was een door de post bezorgde aanmaning. Mijn adres stond er op en daarboven Jacquelien van Susteren.

Bij mij was eerder een pakket bezorgd met te weinig porto, of ik 3,65 euro wilde overmaken. Ik ken geen Jacquelien, laat staan een Van Susteren, dus verscheurde ik de kaart. Drie dagen later kreeg ik een tweede, iets strenger van toon. Het werd nu toch echt tijd dat Jacquelien van Susteren tot actie overging, anders zou het te innen bedrag exponentieel stijgen.

Ik besloot de kaart opnieuw op de bus te doen met de zelfgeschreven tekst: Retour afzender, onjuist huisnummer. Twee dagen later kreeg ik de beschreven kaart weer in mijn brievenbus. Gelukkig zag ik de postbezorger naar de buren lopen.

'Hallo, deze kaart is niet voor mij', riep ik haar na. Ze schrok op uit haar bezorgbubbel en draaide zich om. Ik legde de situatie uit. 'Ik ken geen Jacquelien en zeker geen Van Susteren', zei ze na een korte bedenktijd.

Door nostalgische gevoelens overmand mijmerde ik over de tijd dat postkantoren dorpspaleizen waren en werden bevolkt door trotse ambtenaren. Nooit werd iets verkeerd bezorgd, de postbodes kenden iedereen. Bart de Melkboer of Coba van Dikke Willem waren voor de postbestellers voldoende gegevens om de juiste gleuf te vinden.

En nu? Nu zwalkt het legertje parttimers van Tante Pos als zombies door de straten. Niet wetend wie of wat er achter voordeuren schuilt.

Sommigen noemen dat vooruitgang.