Jeroen en Gerwin van den Brink.
Jeroen en Gerwin van den Brink. Foto: Jeannette van Rossum

Broers werken aan eerlijk product

Algemeen

In de serie #trotsopdeboer belichten we de komende weken de gezichten achter boerenbedrijven. We laten agrarisch ondernemers aan het woord, die vertellen over hun leven als boer en de passie voor hun bedrijf. In deze aflevering vertellen de broers Jeroen en Gerwin van den Brink over hun schapenhouderij in Appeltern.

'Je moet heel flexibel zijn, want elke dag is anders.' Jeroen (36) en Gerwin (40) van den Brink ondervinden het dagelijks op hun schapen- en vleesveehouderij in Appeltern. Al vanaf de kleuterschool wist Gerwin dat hij boer wilde worden op het bedrijf van zijn vader. Hij is er langzaam ingegroeid. Op een prachtige locatie tussen het dorp en de polder houden ze schapen en runderen voor het vlees. De broers hebben een taakverdeling; Gerwin verzorgt meer dan fulltime de koeien en draagt zorg voor de geboortes. Jeroen werkt parttime en voert de dieren. Hij heeft elders een baan als vertegenwoordiger van veevoer. 'Overleggen over de bedrijfsvoering doen we wel tijdens het werken', zeggen de broers lachend.

Eensgezind
Deze eensgezindheid zit ook in hun toekomstplan opgesloten. 'Het liefst doen we alles met zijn tweeën. Dan weet ik dat het goed gebeurt, aldus Gerwin. 'Het is de kunst om zoveel mogelijk lammeren gezond op de wereld te zetten. Geboortes blijven bijzonder en vragen vakmanschap. De lammertijd is zwaar maar mooi', vervolgt hij.

Eerlijk product
'Eigenlijk werken we aan een duurzaam en transparant product', vindt Jeroen. 'We zijn grondgebonden; mest wordt op eigen grond afgezet. Onze schapen lopen zowat het hele jaar buiten. Vooral in de lente blijven toeristen stilstaan om te genieten van de pasgeboren lammetjes in de wei, of ze kijken naar binnen in de openstaande stal. Er gebeurt niets ‘achter gesloten deuren’. De sector staat met een eerlijk product in een goed daglicht bij de consument.'

'Elke dag gebeurt er overigens wel iets onverwachts. Schapen 'verscharen' naar een verse wei, een kapotte afrastering repareren of extra aandacht schenken aan schoon drinkwater. We plannen dan ook niet teveel. En wat de toekomst betreft hopen we dat de wolf uit Maas en Waal wegblijft. Als de Brexit de markt voor schapenvlees niet teveel verstoort gaan we samen nog graag zo door.'

Door Jeannette van Rossum