Afbeelding
Foto: Illustratie: Trudy Kunz

Column Bas van der Hoeven: Paradijs

Column Column Bas van der Hoeven

We zitten na een lange winter weer in ons houten huisje in een landschapspark dat is omringd door sloten en Betuwse boomgaarden. Op deze idyllische plek lijken dagelijkse beslommeringen ver weg, zelfs het coronavirus. Hier verloopt alles traag, alsof uurwerken, hoofden en benen vol rinse stroop zitten.

Iedereen leeft hier op zichzelf, op wel twintig meter afstand, in een decor van overdadig groen bevolkt door kwinkelerende vogels die druk zijn met bouwen, broeden en voeden. We leven zoveel mogelijk buiten, zelfs tv en muziek moeten even wijken voor de verkwikkende rust die zich diep in onze lijven en geesten nestelt.
We wéten dat daar achter die rijen fruitbomen een strijd plaatsvindt, soms op leven en dood. We beseffen dat mensen hun baan kwijt raken, een groot deel van hun inkomen, soms zelfs hun zaak of elkaar. We huiveren als we bedenken wat de mensen waarvan we houden kan overkomen.

Maar tegelijkertijd zitten we dagenlang zorgeloos in de zon. Na meer dan veertig jaar werken zorgt de Staat der Nederlanden dat we kunnen leven als nooit tevoren. Geen wekker, geen sollicitatieplicht, geen vervelende bazen, geen schuldgevoelens, wél voldoende geld om prettig te leven. Wij doen niets. Nou ja, niets, we lezen kranten en boeken, scrabbelen en praten eindeloos over onze levens die we bijna zeventig jaar zo ver uit elkaar geleefd hebben. Wat zou er zijn gebeurd als we elkaar een halve eeuw eerder waren tegengekomen? Waarschijnlijk niets. Zij hield van Adamo en Frankrijk, ik van Neil Young en Duitsland.

Maar nu zijn we samen. Als we geluk hebben nog tien of vijftien jaar. We voelen ons twee zielen in één lichaam, zijn samen naar concerten van Neil Young én Adamo geweest. We hopen op nog veel meer gedeelde vreugde, in de misschien wel vrolijkste en gelukkigste periode van onze levens.