Column Bas van der Hoeven: Corona

Ik ben geveld door de coronagriep, tenminste dat denk ik. Ik hoest en nies en heb enige verhoging. Mijn huisarts durft niet op bezoek te komen, bang voor besmetting. Hij gaf wel telefonisch advies: ‘Blijft u vooral binnen en houd minstens drie meter afstand van uw medemensen. Zeker van mij.’

Corona. Het klinkt als een Toyota-model uit de jaren zeventig. Ook toen dachten alle Opel- en Ford-rijders dat de verspreiding van deze oosterse dreiging wel mee zou vallen. We weten inmiddels wat er is gebeurd.

Maar Corona komt uit China en dat is andere koek. Dat land is de werkplaats van de wereld. Nu al wordt gevreesd dat het nieuwe model kerstbal dit jaar niet op tijd in Rotterdam arriveert. Er zijn zelfs doemdenkers die vrezen dat we 2021 moeten verwelkomen zonder vuurwerk.

Ik leef alleen, maar gelukkig wonen er een broer en een zus vlakbij. Mijn broer appt me voordat hij een pannetje soep bij de tuindeur komt zetten: ‘blijf het komend halfuur boven’. Hij heeft zijn militaire plunjezak nooit ingeleverd en heeft dus nog een gasmasker op zolder. Dat draagt hij als hij met de soeppan mijn kant op komt. Hij laat telefonisch weten dat hij het pannetje niet terug hoeft.

Mijn zus stuurt haar man met wat belegde boterhammen. Hij schuift ze een voor een door de brievenbus. Die heeft een klep met veer, dus de bammetjes landen als een kleffe brij op de deurmat.

Ik kijk veel tv. De hele dag brengen alle zenders over de hele wereld alarmerende berichten over het voortwoekerende virus. De pest van de 21ste eeuw. Misschien ben ik straks, als ik weer naar buiten ga, wel de enige overlevende.

Ik wens u het allerbeste en hoop dat de redactie deze column vóór plaatsing door de virusscanner haalt.