Afbeelding
Illustratie: Trudy Kunz

Column Bas van der Hoeven: Storm

Column Column Bas van der Hoeven

Als het vroeger stormde, wisten we twee dingen zeker: de pannen gaan van het dak en we hoeven niet naar school.

Op de zolder waar wij sliepen, keek je tegen de pannen aan. Als de wind daaronder kwam, werden ze met tientallen tegelijk van de kap geblazen. De schoolbus van Egberts en Zonen was een voertuig dat als veldkeuken nog een doorslaggevende rol had gespeeld bij de bevrijding van Frankrijk. Voor personenvervoer bleek het vehikel echter totaal ongeschikt te zijn. Bij de minste windvlaag lag het onderaan de dijk.

Die rampen namen we voor lief. Aan een naderende storm werden in de jaren vijftig dan ook weinig woorden vuilgemaakt.

Ons lot lag in handen van de weergoden en in die van Joop den Tonkelaar. Van deze journaal-weerman kwamen alleen zijn arm en soms een stukje van zijn zwarte baard in beeld. Met een lippenstift tekende hij op de kaart van Nederland pijltjes die de windrichting aangaven en wolkjes waar schuine streepjes onder hingen.

Joop was de anonieme lange arm van De Bilt. Op nationale feestdagen kwam hij soms helemaal in beeld. Het land was dan weken in rep en roer. 'Mien, heb je Joop gezien?' Wie Joop gemist had, moest handenwringend wachten tot Pasen.
Wat een verschil met nu. Landkaarten verkleuren in het weerbericht van feloranje naar bloedrood als de wind opsteekt. Bij code rood blijven vliegtuigen aan de grond, treinen in de remise en schijtlaarzen thuis.

Zo ook een vriend die zondag zou komen borrelen. 'Ik durf het er niet op te wagen', appte hij. 'Het waait me te hard. Ik durf met mijn nieuwe bolide niet over de dijk.'

Maandagochtend kreeg ik een nieuw bericht: 'Gistermiddag boomtak op mijn voor de deur geparkeerde auto gewaaid. Total loss.'