Hein van Houten en Bas van der Hoeven.
Hein van Houten en Bas van der Hoeven. Foto: Ruben Schiks

Oude brillen

Algemeen Column Bas van der Hoeven

Wat je nieuw vergaart, herinnert je vaak aan wat je ooit verloor. Zo moest ik bij de aanschaf van een nieuwe bril denken aan zijn voorgangers. Vanaf 1963 moet ik een bril dragen, ik heb in 55 jaar meer dan twintig brillen versleten. Ik heb ze allemaal bewaard.

In de jaren zestig evolueerden mijn brillen van het hoornen model van Buddy Holly naar de stalen dienstfiets van John Lennon. Kijken had toen nog met luisteren te maken. Daarna ging het loos: brillen evolueerden van gebruiksvoorwerp naar modeartikel. Ze werden zo groot dat mensen er voorgoed achter verdwenen - Waar is Wim? Geen idee, sinds hij z'n nieuwe bril heeft opgezet, heeft niemand hem meer gezien. - daarna zo klein dat je er altijd naar moest zoeken. En dat valt niet mee zonder bril.

Zware monturen, lichte monturen, montuurloze brillen. Roze en groene glazen had ik in mijn bril, donker kleurende brillenglazen in de zon én in kunstlicht, zodat ik op een onecht kind van Roy Orbison leek. Eén bril redde mijn rechteroog. Toen ik als monteur van bakkerijmachines een mes in een broodsnijmachine aanspande, het mes knapte en het bovenstukje tegen mijn brillenglas knalde. Glas verbrijzeld, oog ongeschonden. Mijn eerste brilletje redde het linkeroog. Toen ik tijdens een bendeoorlog met achterstandswijk de Bloedakker werd beschoten met een katapult. Glas kapot, oog heel.

Slechts één exemplaar mis ik. Dat spoelde weg toen de branding bij Zoutelande me omwierp en mijn bril afrukte. Misschien drijft hij nu voor de kust van Guatemala.

Ach mijn brillen. Geslepen lenzen die mijn leven op scherp zetten, die zorgden dat ik op het schoolbord kon kijken, mijn rijbewijs kon halen, in de bioscoop ondertitels kon lezen. Zonder bril, de beste uitvinding na het vuur en het wiel, was mijn leven wazig gebleven.