Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Column Bas van der Hoeven: Young

Algemeen Column Bas van der Hoeven

Hey hey, my my, rock and roll can never die.

Ik had niet gedacht ooit nog luidkeels mee te zingen met de schepper van dit lied, Neil Young. Vorige week woensdag in Ziggo Dome gebeurde het toch. Ik schreeuwde mijn keel schor, Young en zijn band Promise Of The Real ragden er zo stevig op los dat mijn schreeuwen gelukkig alleen in mijn hoofd hoorbaar was. It's better to burn out, than it is to rust...

Good old Neil is inmiddels 73. In mijn jeugd waren mannen van die leeftijd meestal dood. Neil is springlevend. Niks opgebrand noch vastgeroest, dat bleek wel. Hij soleerde en zong zoals hij al een halve eeuw doet: met een minimum aan techniek en een overdaad aan emotie.

Meer dan vijftig jaar geleden hoorde ik zijn nasale, wat onvaste stem voor het eerst. Op een elpee van Buffalo Springfield. Ik kocht vanaf toen elke plaat die hij uitbracht. Dat leverde weleens een teleurstelling op, maar ik bleef zijn muzikale uitspattingen trouw volgen.

Ik ging regelmatig naar een van zijn concerten. Meestal waren elektrisch en akoestisch werk meer in balans dan dit keer. Gelukkig maar. De meeste popartiesten eindigen hun carrière zittend, hun zelfgeschreven teksten brabbelend van een i-Pad. Neil Young niet. In Ziggo Dome zag ik niet een muzikant aan het eind van zijn latijn, maar een stevig rockende, energieke man die springend op het podium wil sterven.

Mijn vriendin en ik hadden luxe zitplaatsen en voor het optreden dineerden we in de Member Club. Heerlijk decadent, na het toetje werden we naar onze stoelen geleid. Niet echt rock and roll, maar wel lekker.

In de file op de A2 zoemde het slotlied Roll another number for the road nog in mijn hoofd.

Ik voelde, nee, ik was, puur geluk.