Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Column Bas van der Hoeven

Column

Ziel

"Geloof jij dat we een ziel hebben?", vroeg mijn vriendin. Ze lag spinnend als een huiskat tegen me aangevlijd. Buiten raasden autobanden over natte klinkers. Het klonk als een Wagneriaanse ouverture van de werkweek. De zon perste zich opdringerig door de kieren tussen muur en rolgordijn naar binnen. Daardoor waren we wakker geworden. Klaarwakker, om ons te realiseren dat we niets hoefden. Bejaarden met een pensioen die zich voelden als tieners na hun eindexamenfeest.

We raakten niet uitgepraat over de voorbije nacht. Over de kinderen en hun geliefden waarmee we tot vijf uur in de ochtend naar muziek hadden geluisterd. Hadden gepraat over het leven. Het leven dat ons kwelde én zoveel geluk bracht. Het leven dat pas zin krijgt in elkaars ogen.

Nadat iedereen naar zijn of haar bed was gegaan, gingen wij nog een blokje om. In het eerste ochtendgloren wandelden we langs weilanden waarboven een strook laaghangende mist zweefde. Alsof een landschapsschilder, ontevreden met het resultaat, met een verfroller een witte, horizontale streep had getrokken. Om zijn onvermogen om paardenbenen de gratie te geven die ze verdienen te verhullen.

Weer thuis lieten we halfvolle glazen en besmeurde borden staan waar ze stonden. Het wanordelijke stilleven mocht nog enkele uren getuigen van de harmonie waaruit het was ontstaan. We gingen naar bed. Ik sliep vredig en vast na een avond en nacht met de mensen die me het meest dierbaar zijn. We hadden de vragen des levens weer niet kunnen beantwoorden. Misschien zelfs niet eens gesteld. Maar dat maakte niet uit. We koesterden de verschillen die ons verbinden, we omarmden de overeenkomsten die ons soms uit elkaar drijven. Dat kan alleen als je van elkaar houdt.

"Natuurlijk hebben wij een ziel", antwoordde ik, en trok haar nog vaster tegen me aan.