Hemmie Meyer.
Hemmie Meyer. Foto: Maik Jansen

De Maas en Waler Dat ben ik: Hemmie Meyer

Mens

In de rubriek 'de Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.


Naam:                Hemmie Meyer
Leeftijd:                87 jaar
Woonplaats:        Druten

Op vrijdag staan de karakteristieke halfronde groene deuren meestal open op de Kattenburg. Achter deze deuren bevindt zich 'brouwerij De Kattenburger', waar de door Hemmie en een vriend zelf gebrouwen biertjes 'De Kattenburger' te koop zijn.

'In de Julianastraat in Druten hadden mijn ouders een boerderij, daar ben ik geboren. Ze vertrokken naar de Scharenburg, en daarna hierheen, naar dit oude pand aan de Kattenburg. Toen ik trouwde bleek de boerderij echter te klein te zijn om van te kunnen leven.

Vis en ijs

Mijn oom, die vishandelaar was in Zwolle, zei: 'Ik zie hier in Druten geen viswinkel. Dat is iets voor jou!' Nou, goed idee, daar ben ik dus mee begonnen; ik heb het zo'n dertig jaar volgehouden. Ik had er ook nog een poeliersbedrijf bij. Maar toen na een jaar of zes bij de katholieken het verbod op vlees eten op vrijdag werd afgeschaft zakte de handel behoorlijk in en werd het een armoedig bedrijfje. Ik moest iets anders bedenken en startte vervolgens een frituur. Dat heb ik toen een jaar of vijf gedaan. Op een bepaald moment waren we een keer in Den Bosch en aten we een ijsje bij De IJsvogel, een gerenommeerde ijszaak. 'Dàt ga ik doen, in Druten, ik ga een ijssalon beginnen. Zoiets is er hier nog niet', zei ik tegen mijn vrouw. Natuurlijk hield ik de ijssalon wel gescheiden van het visgedeelte, in een ander deel van het huis, want vis en ijs, dat gaat niet samen. Het was een mooie tijd.'

Passie voor orgels

Terwijl hij regelmatig naar de toetsen kijkt op het grote orgel achter hem, vertelt hij over zijn passie voor dit soort instrumenten. 'Ik was vijftien toen ik voor de eerste keer op een echt kerkorgel mocht spelen. In Boven-Leeuwen, in de protestantse kerk aan de dijk. Mijn oom gaf mij les. Op een bepaald moment kreeg hij ander werk, hij werd stoker op de steenfabriek, daar bij de blauwe brug, weet je wel, en daardoor kon hij eens per maand niet meer bij de kerkdienst zijn om de gezangen te begeleiden. 'Dat moet jij dan maar doen.' Nou, ik werd dus wel eventjes voor de leeuwen geworpen, maar het ging steeds beter. Ik heb het nu al 72 jaar volgehouden. Vervolgens werd ik af en toe, en steeds vaker overigens, gevraagd in andere kerken te spelen. Bruiloften, begrafenissen, je kent dat wel.
Op de trouwdag van een oom zou ik in Horssen achter het klavier zitten. Ik was van tevoren al een keer gaan kijken naar dat orgel, en schrok van de erbarmelijke staat van het ding. Het moest toch beslist eerst gerepareerd worden, voordat ik er fatsoenlijk geluid uit zou kunnen halen. Ik viste wat gereedschap bij elkaar en loste de problemen op. Nou, je snapt het vervolg wel. Ik kwam uiteindelijk in allerlei kerken in heel Maas en Waal terecht om orgels te repareren. Ik was er goed in en het mocht natuurlijk meestal niks kosten. Tegenwoordig mag ik van mijn zoons niet meer de ladder op om orgels te restaureren. Ze hebben wel gelijk hoor. Laatst kwam er een mijn ladder lenen, en zei: Je krijgt hem niet terug. – En als ik de goten dan moet schoonmaken? – Dan kom ik wel even langs. Als je er af valt, heb je een gat in de vloer! Omstreeks 1993 haalden we een orgel uit het Elisabeth Gasthuis in Arnhem. Het gebouw zou gesloopt worden, en ik hoorde dat ze daar geen raad wisten met de banken. Ik tipte Jan Reijnen daarover, en het eind van het liedje was dat ze nu staan te pronken in de Puiflijkse kerk, die helaas, helaas! gesloten is. Jammer dat het kerkbezoek zo sterk teruggelopen is. In de protestantse kerk valt het nog wel mee. Ik zit al jaren niet meer in de kerkenraad, dat moet de volgende generatie overnemen. Ik zeg altijd: wij hebben een verleden, en de jeugd heeft de toekomst. Daar moeten wij oude mensen ons niet te veel mee bemoeien, vind ik.'

Dickens Festijn

Hemmie betreurt het dat er in Druten eigenlijk geen goede centraal gelegen zaal is. 'Ja, D'n Bogerd, maar die ligt een beetje buiten het centrum.' Tijdens het Dickens Festijn in december speelt Hemmie op zijn zelfgebouwde orgel in zijn voormalige winkel. Het publiek geniet dan van de klanken, en Hemmie geniet van de gezelligheid en de drukte. 'Maar ik wissel wel af met Ad Versteden hoor, want anders maak ik zelf van 'de Dickensdag' helemaal niets mee.'

Door Ton van Hulst