Hein van Houten en Bas van der Hoeven.
Hein van Houten en Bas van der Hoeven. Foto: Ruben Schiks

Aardewerk

Column Column Bas van der Hoeven

Ik weet niet of dit de toekomst, het heden of het verleden is. Ik weet ook niet waar ik ben. Ik weet wel wie ik ben en wat ik bij me heb: een kartonnen doos met verfijnd aardewerk. Porseleinen eetborden met vogels erop. Opgehaald bij de supermarkt in ruil voor een volle spaarkaart.

Nu loop ik buiten. Achter mij is de winkel als een kaartenhuis in elkaar gestort. De hele stad lijkt weggevaagd. Ik wandel door oorlogsgebied, ik ruik gesmolten staal en proef mijn angst. Nee, dit is meer dan angst, dit gevoel slokt als een zwart gat alle andere emoties op. Na het passeren van de restanten van een ziekenhuis waarin jankende cirkelzagen hysterisch geschreeuw overstemmen, kom ik bij een universiteit. Of, beter gezegd, bij een rokende massa van ijzer en beton.
Eén glazen deur staat nog fier overeind. Er is een briefje opgeplakt. 'Hedenmiddag 13.00 uur promoveert doctorandus...' De naam is onleesbaar. Als ik wanhopig mijn weg zoek tussen bomkraters en puin hoor ik de staf van de pedel op de vloer stampen. Een keer, twee keer. Dan gaat het geluid over in geratel van een machinegeweer. Hora est! Hora finita!

Ik strompel verder en denk aan het woord puinhoop. Welke gek heeft puin en hoop met elkaar verbonden? Of krijgen ze juist samengeklonken pas écht betekenis? Ik klem de speciaal voor mij vervaardigde borden stevig onder mijn arm. Als ik die loslaat heb ik niets meer. Zelfs mijn woorden zullen dan als kristallen zeepbellen uiteen spatten.
Het geratel gaat over in gezoem. De wekker. Nachtmerries verdragen daglicht blijkbaar beter dan dromen. Snel opstaan dus en opschrijven wat ik vannacht heb beleefd. Maar eerst koffie. Ik loop naar beneden, pak een mok uit de kast. Daar staan mijn borden van verfijnd aardewerk. Onverstoorbaar glanzend, ongeschonden.