Afbeelding
Foto: Maik Jansen

De Maas en Waler Dat ben ik: Jan Albers

Mens

In de rubriek 'de Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.


Naam:                Jan Albers
Leeftijd:                87 jaar
Woonplaats:        Weurt

Onafscheidelijk zijn ze, Jan (87) en Marietje (86). Bij een kopje thee, uitkijkend op de plek waar ze elkaar meer dan zestig jaar geleden ontmoetten, luistert Marietje en vertelt Jan. 'Ik lag in Beuningen in de wieg, zo'n ouderwets rieten ding, en toen wees ik met mijn vingertje steeds in een bepaalde richting. Mijn vader zei dan: 'Die wil naar Weurt, die kleine man.' Uiteindelijk ben ik daar dus ook terechtgekomen.'

Papier

'Als kind maakte ik de oorlog mee, op mijn veertiende ging ik werken bij een fietsenmaker. Daarna bezocht ik de ambachtsschool. In de tijd van de watersnood van 1953 zat ik in militaire dienst. Later werkte ik als papiermaker in Nijmegen, uiteindelijk wist ik echt àlles van papier maken. Kijk, hier beneden, kijk even uit het raam, hier beneden stond een grote danstent, en daar leerde Marietje mij mijn eerste dans. We trouwden in 1958, en kregen drie kinderen. Nu hebben we zeven kleinkinderen en zelfs al een achterkleinkind.' Een paar foto's die als middelpunt in de kamer hangen getuigen daarvan.

Toneel

Jan staat op en verdwijnt in de gang. Even later komt hij terug met een ouderwetse kachelpook. 'Na de oorlog begonnen er weer allerlei verenigingen actief te worden. Er werd ook een toneelvereniging opgericht, en daar zochten ze een speler voor een jong jongetje. Mijn oudste broer werd gevraagd, maar die wilde niet, en zo kwamen ze bij mij terecht. In die tijd zat je als speler bij een oude potkachel te wachten tot je op moest komen. Mijn ouders zaten op de eerste rij, en pas na enige tijd kreeg mijn moeder door dat ik daar, zwaar geschminckt, op de planken stond. 'Dà's onze Jan!' riep ze uit. Afijn, van het een kwam het ander, en ik werd uiteindelijk lid van het bestuur.'

Carnaval

Hij vertelt aan één stuk door. Zijn thee dampt al lang niet meer, maar Jan wordt steeds enthousiaster, vooral als hij begint over het Carnaval. 'Het toneelgebeuren zakte later wat in, onder andere door de komst van de televisie, maar Carnaval begon iets meer te leven in de streek. Met onze buurt maakten we een praalwagen, en we wonnen de eerste prijs. Bij de prijsuitreiking zou ik een dankwoordje uitspreken. Er waren in die tijd twee carnavalsverenigingen hier, en we wilden bij beide onze neus wel even laten zien. Enkele weken later kwam een bestuurslid bij mij langs. 'Jan, jij hebt laatst zo mooi gesproken, zou jij bij ons misschien president willen worden?' Nou, dat moest ik wel even met Marietje overleggen, maar voor ik het wist, kwam er ook iemand van de andere carnavalsvereniging met een vraag: 'Jan, zou jij bij ons geen prins willen worden?' Het eind van het liedje was dat ik twee jaar prins werd en ten slotte bij beide verenigingen kwam. Ik vond het prachtig en ik kende eigenlijk iedereen in Weurt.'

Jan mit 't Roakeliezer

Nu is Jan zijn theekopje leeg. Het wordt weer gauw opnieuw volgeschonken, door hemzelf, want Marietje is wat slecht ter been. Glunderend vervolgt Jan zijn verhaal. 'Een vriend van mij was tönnekesproater, of buutredner, net hoe je het noemen wilt, en vroeg mij eens mee te doen. Nou, ikke wel, en ik won de eerste prijs. Vanaf die tijd noemde ik mijzelf Jan mit 't Roakeliezer. Kijk, dit is ie.' Hij zwaait vrolijk met de kachelpook. 'In het Weurts dialect vertelde ik moppen en mooie verhaaltjes, ook over andere tönnekesproaters. Ik wilde de boel graag een beetje oprakelen. Als de rode lamp aanging, moest je stoppen, maar op een bepaald moment had ik 'm helemaal niet gezien en kreeg ik strafpunten. Daarna heb ik nooit meer een eerste prijs gewonnen…
Samen met een paar muzikanten, de Zeeschuimers, heb ik in deze creatie vele jaren, vooral bij ouderen, opgetreden. Het Carnaval van tegenwoordig vind ik wel erg luidruchtig. De kostuums en wagens zijn vaak prachtig, dat moet ik zeggen. Maar wij als bejaarden komen voor de gezelligheid, en je kunt elkaar vaak niet eens meer verstaan in dat lawaai.'

Seniorenbond

Nu is Jan lid van de seniorenbond, die verschillende activiteiten organiseert en zich sterk heeft gemaakt voor bijvoorbeeld woningbouw. 'We proberen ook de samenwerking in de gemeente te bevorderen, onder andere door het gemeentelijk blad De Cirkel', aldus Jan.

Door Ton van Hulst