Mark van Dinteren.
Mark van Dinteren. Foto: John van Gelder

De Maas en Waler Dat ben ik: Mark van Dinteren

Mens

In de rubriek 'de Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.


Naam:                Mark van Dinteren
Leeftijd:                51 jaar
Woonplaats:        Afferden

Op een mooi, rustig plekje in Afferden is Mark van Dinteren bezig in zijn schuur, die er uitziet als tweehonderd jaar oud. 'Nee hoor, ik heb hem zelf gebouwd, een jaar of 25 geleden. Natuurlijk wist ik wel hoe, want ik hou van oude gebouwen, en ik werk bij de Monumentenwacht. Ik ben nogal een verzamelaar, van oude spullen.' Hij wijst op antieke boerengereedschappen, aardewerk en nog veel meer, die uitgestald liggen op schappen. Het heeft veel weg van een interieur à la Jan Steen. Beetje duister, beetje rommelig, maar supergezellig. Een echte "man cave". Mark is er zichtbaar in zijn element.

Feeling

'Tijdens mijn werk zit ik veel op daken en in kelders. We voeren doelgericht (klein) onderhoud uit aan oude gebouwen. Als het om de restauratie en het behoud daarvan gaat komt het voor een groot deel neer op feeling. Ik heb veel cursussen gevolgd: over hout, riet, houtaantasters, enzovoort. Soms moeten we eigenaars een beetje bijsturen, bijvoorbeeld als het gaat om materialen, of de stijl van een bouwonderdeel. Ja, weet je, je bent als eigenaar niet meer dan een tijdelijke gebruiker, en ik vind dat je respect moet tonen voor zo'n gebouw, dat na jou weer in andere handen overgaat. We bezoeken onze abonnees jaarlijks, zodoende kunnen we er een band mee opbouwen. Dat maakt het soms wat gemakkelijker als we een bepaald advies moeten geven.'

Geschiedenis

'Het is trouwens bijna nooit onwil van eigenaren die iets verkeerd willen restaureren, maar meestal onkunde', vervolgt hij. 'Bij een ouderwets houten gebint bijvoorbeeld, dat grotendeels uit een boomstam bestaat, staat die stam altijd ondersteboven. Vaak wordt dat niet begrepen en denken de mensen dat hij aan de onderkant afgesleten is. Maar dat moet nu eenmaal zo, dat is sterker. Geschiedenis is altijd mijn hobby geweest. Ik ben ook erg blij met het feit dat ik hier zo dicht bij de oude toren woon. Dat heeft iets, die toren straalt iets uit.' Hij wijst glimlachend naar het beeldbepalende eeuwenoude monument op nog geen steenworp afstand.

Gezelligheid

De gezelligheid en warmte die zijn erf en schuur uitstralen zitten, hoe kan het ook anders, ook in Mark zelf. Een van de redenen waarom hij, totaal onverwacht, afgelopen oktober werd gebeld door de carnavalsvereniging. 'Ik dacht, het zal wel over bouwen of zoiets gaan, maar na enige tijd kwam het hoge woord er dan toch uit: 'Wilde gij ginnen prins worre in Oaffere? '- 'Doe normaal man, ìk prins? Daar moet ik eerst even over nadenken.' Uiteindelijk besloot Mark op het verzoek in te gaan, op voorwaarde dat zijn beide dochters page mochten worden. 'En anders doe ik het niet. Maar nou heb ik al heel lang een kameraad, mijn beste kameraad is ie, en die zei ooit: 'Als jij nog eens prins wordt wil ik adjudant zijn'. Zo gezegd zo gedaan.'

Gezicht van Carnaval

'Nu beleven we veel plezier aan de voorbereidingen voor het komende carnavalsfeest. Pronkzittingen, bij de ouderen en zieken langsgaan met een fruitmandje, de scholen bezoeken, de sleuteloverdracht, het zijn allemaal gebeurtenissen die ik nooit meer zal vergeten. Er is me al gezegd dat ik er van moet genieten, want het is zo voorbij. Ik voel goed dat ik gedragen word door Afferden. Als prins hoef ik niet eens zoveel op me te nemen, alles wordt georganiseerd door de raad. Ik hoef er eigenlijk alleen maar te zijn, ik ben het gezicht van carnaval. Geef me een microfoon in mijn hand en ik weet er wel raad mee! Je kunt wel zeggen dat carnaval aan het veranderen is. Het wordt steeds moeilijker een geschikte bouwplek te vinden voor grote wagens, en de jeugd heeft nu een wat grotere inbreng. Die wagens met enorme geluidsboxen? Tja, voor de jongeren is dat bijna een soort spel; het gaat zo'n beetje tegen elkaar op: wie heeft de meeste boxen op de kar?'

'Toch valt er met de jongeren goed te praten, vind ik. Bijvoorbeeld, toen hier eens bij de kerststal op 't Hoog, waaraan ik meegebouwd had, de verlichting werd vernield ben ik met die jongens in gesprek gegaan. Ze bleken stuk voor stuk zeer redelijk te zijn, en daarna is de verlichting nooit meer beschadigd. Ook daarin zie ik de saamhorigheid die in Afferden heerst', aldus Mark.

Door Ton van Hulst