Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Column Bas van der Hoeven

Column

Vuile was

Mijn moeder putte grote voldoening uit het proper houden van huis en haard. Na jarenlang meisje-voor-hele-dagen bij een welgestelde familie te zijn geweest, genoot ze van haar dagtaak als eigen baas. Ze was maar kort zzp'er, een zelfstandige zonder personeel. Daar zorgde mijn vader wel voor. De negen kinderen die ze baarde werkten al jong mee in het gezin. Mijn moeder werd geen huissloof, maar een bedrijfsleidster die de uitvoerende taken steeds meer delegeerde aan haar dochters.

Het huishouden was nog niet geautomatiseerd, alles was handwerk. Neem alleen de wekelijkse was. Dat was getob met ketels, gasbranders, wringers en houten strijkplanken. Kraakhelder ondergoed was een vereiste. Mijn moeder wist waarom: 'Als je een ongeluk krijgt en je moet naar het ziekenhuis zien de verpleegsters en - nog erger - de artsen je vuile onderbroek, daar moet je toch niet aan denken.' Het leek of ze bezorgder was om die broek dan om ons. Ze zat gevangen in een wie-wast-het-witstcompetitie met buurvrouwen. Ze hielden elkaars waslijnen nauwlettend in het oog.

Ondergoed was toen ruimzittend, genderneutraal en wit. De vormeloze onderkleding met slap elastiek werd wekelijks uitgekookt in een ketel en daarna gebleekt op een grasveldje in de zon. Een arbeidsintensieve methode, daarom kreeg je maar één keer per week een schone onderbroek. Nadat je zaterdag in een zinken teil was gewassen. Halverwege de week werd de onderbroek binnenste-buiten gekeerd. Om de ergste gebruikerssporen te verwijderen, gebruikten sommige gezinnen een gummetje.

Eén keer kwam ik onverwacht in een ziekenhuis terecht. Ik reed me bijna dood met mijn opgevoerde brommer tegen een tractor. Toen ik bijkwam in een Duits ziekenhuis zag ik tot mijn grote vreugde dat mijn onderbroek witter was dan de lakens. Mijn moeder zat naast me en zag blijkbaar niets. Ze huilde alleen maar.