Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Hervonden Tijd

Column

Het was weer rustig in de statige Haagse straat. Hier en daar klonk nog een knalletje, daarna werd het stil. Doodstil. Alsof 2019 na een luidruchtig begin de moed alweer had opgegeven.

In haar Eline Vere-appartement dronken we wijn en maakten plannen. Twee geliefden die elkaar én zichzelf hadden gevonden. We zouden naar Parijs gaan dit jaar, zo besloten we. Minstens drie maanden lang. Zij zou daar haar roman Kroniek van een bange liefde vertalen in het Frans: La femme de Narcisse. Een langgekoesterd plan dat alleen ondergedompeld in die taal en cultuur kans van slagen had.

Natuurlijk gaan we wonen in Le Marais. Daar, zo vertelde ze me, wemelt het van de eettentjes, cafés, bakkers en boekwinkels. De eerste avond zouden we eten bij La Coupole aan de Boulevard Montparnasse. Een plek waar je niet vreemd opkijkt als Sartre, Chagall, Hemingway of Proust binnen zouden lopen.

Terwijl zij schrijft dwaal ik door de stad. Ik slenter langs het Canal Saint Martin en natuurlijk bezoek ik Père-Lachaise. Daar is het verleden immers tastbaar. Ik mijmer bij de graven van grote mannen en vrouwen en zing zacht 'Riders on the storm' bij de eenvoudige zerk van Jim Morrison. Ik loop door stadspark Les Buttes Chaumont, een heuvelachtig park, aangelegd op een vuilnisbelt. Uiteindelijk strijk ik er neer op het terras van Rosa Bonheur.

Om mijn gebrekkige kennis van de taal te camoufleren koop ik elke dag Le Monde, waarachter ik mijn Pastis drink. Dames vertel ik dat ik Sébastien heet en een écrivain Hollandais ben. Ik proost, à la tienne, en zwijg vervolgens wijsgerig terwijl de vrouwen ratelen. Af en toe zeg ik mais oui, bien sûr of knik begripvol. Maar het mooist zullen de avonden zijn. Zij en ik. Twee geliefden die zwijgend als één wezen de verloren tijd hervinden.