Afbeelding
Foto: pixabay

Lucas Vrijhoef

Algemeen

HET KERSTVERHAAL VAN MAAS EN WAAL

Het had de hele dag gesneeuwd en Maas en Waal lag onder een dikke witte deken die alle geluiden dempte. Het was midden in de nacht en er was geen mens op straat. Het enige teken van leven was het spoor van voetafdrukken in de sneeuw, dat hij nu al urenlang volgde. Zijn adem maakte wolkjes in de koude lucht, terwijl hij hijgend zijn best deed om precies in de voetafdrukken van zijn voorganger te gaan staan. Niemand wist dat hij hier was. Achter de ramen van de huizen flonkerden lichtjes en droomden mensen over morgen. Dan was het kerstmis. Tenminste…

op een donkere nacht werd de natte sneeuw opeens een smurrie sneeuw en dat vond Thobias vreemd ,want van natte sneeuw naar een grote smurrie sneeuw. Een paar uurtjes later kwam er een man naar buiten hij zag er nou niet verdacht ,maar wel anders uit. Thobias vond het maar raar ,want toen de man net ging rennen gingen de lichten bij elk huis in de buurt flikkeren. Thobias vond de man nu wel echt verdacht. Hij ging naar buiten toe om hem te volgen. Hij ging weer precies in de voetafdrukken van de man staan. Wat Thobias nog verrassender vond is dat de man een zonnebril op had. Thobias dacht bij zichzelf:'' het is winter waarom zou je dan een zonnebril dragen? Draag dan een skibril dat past tenminste bij winter.''

Uiteindelijk toen hij een straat of 7,8 verder was, stond er een soort zwart politiebusje midden op de straat boven de put. Thobias zat achter een muurtje te kijken. Hij ging steeds iets dichterbij. Uiteindelijk keek hij naar het busje en de deur ging open. En toen zag Thobias een buis door de put heen gaan. Hij ging in de sneeuw liggen, zodat hij kon zien of de man door de buis heen ging. En ja hij ging er doorheen. Het busje reed langs Thobias en Thobias sprong achterop het busje en het busje reed door. Uiteindelijk kwam het busje (met Thobias achterop) in een soort legerbasis uit en het busje reed naar binnen. Thobias sprong van het busje af want er stonden  allemaal mensen te kijken. Thobias dacht het zelfde als de man hij zag een put die net niet helemaal dicht zat dus hij greep naar de put en hij zag een trap. Hij nam de trap naar beneden, de putdeksel viel dicht en het was pikdonker. Hij probeerde met zijn handen te voelen of er ergens een zaklamp hangt. Daarna deed hij zijn ogen open om te kijken of hij ergens licht zag en ja hij zag licht maar toen ging het licht uit en Thobias voelde opeens een hand op zijn schouder hij keek achterom en hij zag de kerstman met zijn magische toverlichtje.

Thobias was verbaasd dat de kerstman naar beneden was gedonderd. Thobias schreeuwt naar boven. De man met de zonnebril hoorde Thobias en deed de putdeksel open. De kerstman zegt tegen Thobias: ''Aha, daar is mijn magische Elf verkleed als normale man met zonnebril.'' De kerstman legde aan Thobias uit dat de man zo geheimzinnig deed, omdat niemand mocht weten dat de kerstman zoek was geraakt. Nu de kerstman weer was gevonden, kon het kerstfeest in Maas en Waal gelukkig gewoon doorgaan en werd het toch nog een leuke kerst.