Afbeelding
Foto: pixabay

Ghislaine Kuijpers

Algemeen

HET KERSTVERHAAL VAN MAAS EN WAAL

Het had de hele dag gesneeuwd en Maas en Waal lag onder een dikke witte deken die alle geluiden dempte. Het was midden in de nacht en er was geen mens op straat. Het enige teken van leven was het spoor van voetafdrukken in de sneeuw, dat hij nu al urenlang volgde. Zijn adem maakte wolkjes in de koude lucht, terwijl hij hijgend zijn best deed om precies in de voetafdrukken van zijn voorganger te gaan staan. Niemand wist dat hij hier was. Achter de ramen van de huizen flonkerden lichtjes en droomden mensen over morgen. Dan was het kerstmis. Tenminste…

Hij liep nog verder door en moest toen uitrusten. Hij wou stoppen, want hij was moe en had het koud, maar toen zag hij een witte verschijning. Even dacht hij dat hij had gedroomd, en met die gedachte liep hij terug naar huis. De volgende dag was het kerstmis en kwamen al zijn familieleden, ook zijn lastige nichtje Doloris. Ze wou de hele tijd met hem spelen. Tijdens het kerstdiner had hij allang zijn eten op alleen zijn moeder vond dat hij moest blijven zitten. Gelukkig zag hij toen zijn moeder naar de wc was zijn kans en sloop naar buiten. Dezelfde voetsporen waren er weer: grote poten met lange klauwen. Ook deze keer volgde hij de voetsporen, opeens hoorde hij een stem, het was de stem van... Doloris! Dat was nu net waar hij niet op zat te wachten. Ze vroeg wat hij aan het doen was en hij vertelde haar eerlijk wat hij deed. Ze smeekte hem of ze mee mocht en hij zei uiteindelijk ja. Samen gingen ze opzoek, de voetsporen leidden naar een klein hutje. Hij gluurde eerst door het raam maar Doloris begreep er niets van en sprong gelijk naar binnen. Ze gilde en ik rende ook naar binnen.

Samen waren we getuige van een enorm monster: een sneeuwwit lijf en olijfgroene ogen, dit was het bijzonderste wezen dat wij ooit hadden gezien. Het monster was ook bang en verstopte zich. Wij waren wel benieuwd wat dat dan eigenlijk voor dier was. Hij deed voorzichtig de kastdeur open en het monster gilde weer. Toen we hem gerustgesteld hadden en laten zien dat we vriendelijk waren vertelde het monster :´Ik woon hier al jaren, en kom elke winter terug. Eerst  woonde ik in het dorp tot er op een dag een gemene man kwam, hij wou mij doodschieten en sinds dien ben ik hier komen wonen. Doloris en ik besloten hem mee naar huis te nemen en hem goed te verzorgen. En zo zijn wij uiteindelijk vrienden geworden. En mijn nichtje Doloris heb ik voortaan gewoon geaccepteerd.