Afbeelding
Foto: pixabay

Quinn Janssen

Algemeen

HET KERSTVERHAAL VAN MAAS EN WAAL

Het had de hele dag gesneeuwd en Maas en Waal lag onder een dikke witte deken die alle geluiden dempte. Het was midden in de nacht en er was geen mens op straat. Het enige teken van leven was het spoor van voetafdrukken in de sneeuw, dat hij nu al urenlang volgde. Zijn adem maakte wolkjes in de koude lucht, terwijl hij hijgend zijn best deed om precies in de voetafdrukken van zijn voorganger te gaan staan. Niemand wist dat hij hier was. Achter de ramen van de huizen flonkerden lichtjes en droomden mensen over morgen. Dan was het kerstmis. Tenminste…

… als hij alles op tijd af krijgt......want de rendieren waren weggelopen en hij moet ze op tijd vinden, zodat de Kerstman deze avond nog op tijd de cadeautjes kan rondbrengen.
Maar waar zijn de rendieren gebleven? Hij loopt verder door de sneeuw door de Hogestraat in Druten en hij zoekt bij t Stekkie die prachtig in kerstsfeer is versierd...helaas, geen rendieren. Hij loopt verder richting de kerk. Hij loopt nu de kerk binnen en kijkt bij de kerststal naar zijn rendieren. Alles ligt klaar voor het kindje Jezus. Maar helaas daar zijn de rendieren ook niet.

Hij zoekt verder en verder tot dat hij bij een hertenkamp aan gekomen is. En hij ziet daar allemaal rendieren en herten rondrennen. Maar,'' hoe weet hij nu welke de rendieren van de Kerstman zijn?'' Hij vindt nog een stukje brood in zijn zak. En hij laat het zien aan de rendieren en herten, want de rendieren van de Kerstman houden echt super veel van brood. Toen gebeurde waar hij op gehoopt had......alle rendieren en herten rennen ineens superhard op hem af, maar de tien rendieren van de Kerstman vliegen vervolgens in de lucht. Dus dat stukje brood helpt echt. Maar ja, de herten en de rendieren willen nu wel een stukje brood eten. Toen zag hij daar een klein hertje lopen. Hij dacht toen, dat het kleine hertje het harder nodig heeft dan de andere, maar hij zei:'' dat hij terug zal komen met meer brood voor jullie allemaal.''

Nu gaat hij snel met de rendieren terug naar de Kerstman toe, zodat de Kerstman nu nog snel de cadeautjes kan bezorgen. Een maal bij de Kerstman aangekomen, zei de Kerstman:'' het is te laat.'' En hij zei:'' kom op Kerstman, wij geven toch niet op! We kunnen het toch gaan proberen?'' De Kerstman zei:'' oké maar dan moeten we opschieten, want we hebben dan nog maar twintig minuten om de kinderen van Maas en Waal een cadeautje te geven.'' En hij zei:'' Kerstman dat gaat ons zeker weten lukken!''

En uiteindelijk met super goede samenwerking is het hem en de Kerstman nog gelukt ook. De Kerstman brengt hem weer veilig thuis. En het enigste waar aan hij kan denken is dat het hem weer is gelukt om kerst te redden. En naar een paar uur geslapen te hebben dacht hij dat hij de herten nog brood moet gaan brengen. Dus hij loopt nu naar de bakkerij Vonk om wat brood te halen. En van af de bakker loopt hij door naar het hertenkamp en zag dat alles prachtig versierd is in de kerstsfeer. Hij geeft ieder hert en rendier even veel brood. En ook het kleine hertje met sterretjes in het gewei komt naar hem toe gelopen en eet het brood uit zijn hand. ''