Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Column Bas van der Hoeven

Column

Evalueren

Het woord evalueren sloop in de jaren zeventig ons dagelijks taalgebruik binnen. Het betekent 'Na afloop bespreken wat iedereen ervan vond om daar lering uit te trekken'. Het komt in de praktijk neer op oeverloos gelul terwijl je collectief een koe in de kont kijkt.

De term kwam destijds uit de psychologie en werd gretig overgenomen door de zachte sector. Samen met een stortvloed aan betekenisloze termen als 'Best wel', 'In de zin van wat betreft', 'Iets een plekje geven' en 'Bij jezelf blijven'. Er was in vage vakgebieden duidelijk gebrek aan woorden en uitdrukkingen om het niets te benoemen.

Dat is aardig gelukt. Nu evalueert iedereen. Voetbalelftallen, buurtverenigingen en parochiebesturen gebruiken het geitenwollige jargon dagelijks om het gebrek aan daadkracht te verbloemen. Evaluatie is de tegenhanger van prestatie.

Dit groepsgeleuter overleeft nu al een halve eeuw. Sterker nog, het verbreidt zich als een virus over de hele westerse wereld. Ook onder handwerklieden. Met alleen vakbekwaamheid kom je nergens meer. Metselaars besteden een hei-sessie aan het nut van de stootvoeg of duiken tijdens een bezinningsweekend dieper in het wilde metselverband. Timmerlieden zetten tijdens een vierdaags congres met de Europese arbodienst de gevaren van de klauwhamer op een rij. Journalisten zijn nog erger. Die wijden íedere ochtend aan het evalueren van het nieuws van gisteren.

Over alles moet achteraf eindeloos geleuterd worden. Niet alleen in het bedrijfs- en verenigingsleven. De geestuithollende zwetscultuur heeft helaas ook het gezinsleven bereikt. Tot in de slaapkamer.

Deze week vroeg een vriendin, terwijl ze zich uitkleedde plotseling:"Lieverd, wordt het niet langzaamaan tijd onze relatie te evalueren." Ik antwoordde: "Dat kan zeker schat, maar om bij mezelf te blijven moet ik nu eerst iets een plekje geven."