Afbeelding
Foto: Marion Enzerink

Jan de Leest 50 jaar op De Schans

Mens

ALPHEN - Hij is 91, en geniet nog volop van de rust, de natuur en de sociale contacten op camping De Schans in Alphen. Het is er nu wat stil en verlaten, maar de gezelligheid begint meteen bij binnenkomst in zijn wat donkere, maar netjes en warm ingerichte toercaravan, van waaruit hij vrij uitzicht heeft op het water en de plezierbootjes.

"In 1956 kwam ik hier vanuit Mierlo met mijn caravan, om te vissen, waar nu Moeke Mooren is. Ik ging eens in de omgeving rondkijken en vond deze plek. De toenmalige eigenaar van de camping vroeg wel eerst aan de melkboer of ik wel goed van betalen was", lacht hij. "Ik heb hier een voorrecht: een eigen parkeerplaats dicht bij mijn caravan. Gelukkig kan ik nog autorijden; binnenkort krijg ik een herkeuring, maar daar ben ik niet bang voor. Helaas ben ik wel slecht ter been, nadat ik vorig jaar mijn heup brak. Tot zo'n drie jaar geleden had ik ook een bootje, maar nu gaat dat niet meer." Hij laat trots een foto van het vaartuigje zien.

Leuke mensen

Jan heeft nooit de behoefte gehad een andere camping te zoeken. "Ik geniet van mijn rustige plekje om te vissen. Al negen jaar komen die vissen stipt om vijf uur naar mijn stekje, ze weten het precies. Ik zet ze wel altijd terug. Ik kom graag in Alphen en Beneden-Leeuwen, en heb hier leuke mensen om mij heen. Al vijftig jaar drinken we samen koffie, eerst met zijn tienen, maar helaas zijn er inmiddels veel van overleden, er zijn er nog maar twee van over. Mijn steun en toeverlaat is Jorie van Beuningen, die helpt me met alles.

Sluitingsweekend

Vroeger was ik bij de marine. Ik kreeg laatst een souvenir van iemand: een foto van een café in Batavia waar ik als jonge marinier eens ruzie had met een inlander! Toeval, of is er meer?" In de winter schildert Jan. En hij schrijft gedichten. Zijn onderwerpen: water en boten, hoe kan het anders.

"Over een paar dagen loopt het seizoen af. Dan hebben we nog een gezellig sluitingsweekend. En straks in maart, dan ben ik er weer hoor!"

Door Ton van Hulst