Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Motorpech

Column

Bijna in Amsterdam sloeg het noodlot toe. Medeweggebruikers wezen naar de voorkant van onze Japanner. De snelheid nam af, de stank toe. Er was duidelijk iets mis. We parkeerden op de vluchtstrook, mijn vriendin plaatste de gevarendriehoek. Ik opende kordaat de motorkap, een uitstekende manier om onkunde te camoufleren.

"Wat is er met mijn auto aan de hand?", vroeg ze. "Ik weet het niet", antwoordde ik eerlijk. "Bel de wegenwacht maar." Die zou er binnen een half uur zijn. We moesten wel de auto uit, zo drukte de wegenwachter ons op het hart. Dus zaten we te blauwbekken op de vangrail. Zij belde het theater, waar ze moest voorlezen uit eigen werk, dat ze later kwam. Na een kwartier stopte de sleepwagen, de chauffeur/monteur keek onder de motorkap en zei in onvervalst Amsterdams: "Geen koelvloeistof. Hebt u de temperatuurmeter zien oplopen?"

"Nee, die stond steeds op de helft", zei mijn schatje, wijzend op de benzinemeter. De ANWB-man vertrok geen spier: "De motor is kaduuk, de koppakking ligt eruit." Daarmee sprak hij het doodsvonnis uit over haar karretje dat zo oud is dat er drie asbakken in zitten. Het wrak ging op de 'lepel' van de sleepwagen richting Badhoevedorp. Daar zouden we een leenauto krijgen. Wij mochten mee. Op de achterbank. Ze keek wel tien keer achterom of de grijze oldtimer nog achter ons hing. Van haar vader geweest, dan heb je dat.
We kregen als vervangend vervoer een splinternieuwe Koreaan mee en kwamen op tijd in Amsterdam. Haar voordracht was prachtig. We waren, ondanks alle tegenslag, blijven lachen. Wat kon ons gebeuren? Dat is een van de voordelen van oud zijn: je maakt je alleen nog druk om écht belangrijke zaken.