Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Column Bas van der Hoeven

Column

Renaissance

Ik bracht mijn dochter en haar vriend naar Eindhoven Airport. Ze gingen een week naar Toscane. We reden op zaterdagmorgen over de filevrije A50. "We gaan in ieder geval naar Florence", zei ze.

"Moet je zeker doen", antwoordde ik. "Weet je nog dat we daar waren? Samen. De laatste zomervakantie met het gezin"?

"Natuurlijk, weet ik dat nog. Vooral dat jij en mam ruzie kregen op dat plein. Dat jij boos wegliep."

Ik wist het ook nog. Sterker, alles kwam weer boven. Hoe we op vakantie gingen in de hoop dat alles goed zou komen, dat onze problemen zouden verdampen onder dezelfde zon in een ander land.

Dat onze liefde zich zou vernieuwen in de bakermat van de renaissance. Hoe ik alleen door die stad vol meesterwerken slenterde. Hoe ik Piazza della Signoria overstak en voor de ingang van Palazzo Vecchio lang stilstond bij het beeld van Donatello: Judith die op het punt staat Holofernes te onthoofden. Een kopie, binnen zag ik het gerestaureerde origineel. Het verschil was verpletterend.

Onze liefde is nep, dacht ik. Wat doen we elkaar aan? Ons leven is een replica geworden van wat we ooit voor ogen hadden. Die dag vonden we elkaar nog terug in de toeristenmassa, maar dat zou niet voor lang zijn.

Mijn dochter vertelde vrolijk verder. Dat ze nu voor het eerst als stel op vakantie gingen, mensen die elkaar door en door kennen en toch van elkaar houden. Ik genoot van de positieve energie die mijn autootje vulde.

Even later liepen ze met hun rolkoffers naar de ingang. Ze zwaaide. Ik hoop dat ze voortaan, als ze aan Florence denkt, niet langer haar vader boos ziet weglopen, maar zichzelf hand in hand met de man van haar leven ziet wandelen.