Janneke Gramser
Janneke Gramser Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Janneke Gramser

Algemeen

In de rubriek 'de Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.

Naam: Janneke Gramser
Leeftijd: 64 jaar
Woonplaats: Afferden

'Mijn geboorteplek was in de Drutense Bernhardstraat, waar ik ook opgroeide. Veel ouderen zullen zich nog wel herinneren dat het daar toentertijd Klein Korea werd genoemd. Waarom? Het was de tijd van de Korea-oorlog, en van onze straat vertelde men dat er veel ruzie werd gemaakt. Iedereen lette er op elkaar: had je de was wel schoon genoeg aan de lijn hangen en zo, dat soort dingen.'

Janneke heeft daar tot aan haar negentiende gewoond, waarna ze een poosje in de al weer jaren geleden gesloopte torenflat van Boldershof vertoefde. Daarna trouwde ze, en verhuisde ze naar de Leigraaf in Druten-Zuid. 'Het was op derde kerstdag dat we naar Afferden vertrokken, waar we dit huis uit 1913 hadden gekocht, eigenlijk een bouwval, maar het ging ons om de plek. De technische staat van het huis hebben we daarna, tijdens jaren durende verbouwingen en aanpassingen, verbeterd. Nu willen we hier echt niet meer weg. Maar dat was in het begin wel anders.'

Hoog-etentje
Ze herinnert zich dat ze zich in die eerste tijd in Afferden afvroeg: 'Wat doe ik hier eigenlijk, het is hier zo saai.' Ze liep dan maar met haar kinderwagen naar Druten om haar vriendin te bezoeken. Langzamerhand echter kreeg ze meer contacten, onder andere vanwege het schoolbezoek van haar kinderen. Ook werd ze lid van het bestuur van de peuterspeelzaal en van de school, Daarnaast was ze hulpouder, zat ze in diverse commissies en werkte ze ook nog op 's Heeren Loo, toen dat nog Boldershof heette. 'En nu heb ik hier een gevoel van: thuis, hier in het mooiste stukje van het dorp. Dat thuisgevoel had ik in Druten nooit.'

Ze wijst trots op het prachtige pleintje waaraan haar huis gelegen is, en op de terp met de middeleeuwse toren, waarin nu een kleine expositieruimte is ingericht. 'Zie je hoe sfeervol het allemaal is? En het is hier ook zo gemoedelijk. Met de mensen hier om het plein hebben we goede contacten, hoewel we eigenlijk nooit bij elkaar op de koffie gaan. Nu hebben we sinds vorig jaar voor een aantal buren een zogenaamde eettafel: het Hoog-etentje, waarvan ik hoop dat het een traditie wordt voor alle Hoog-bewoners. Op en rond ons pleintje is altijd wel iets te doen: er komen vaak wandelaars of fietsers, of mensen die het kerkhof bezoeken.

Q-koorts
Het jaar 2011 was voor mij een jaar met een hoogtepunt, maar ook met een dieptepunt. Wat gebeurde er? Ik liep voor de eerste keer de Vierdaagse, dat vond ik geweldig - dit jaar loop ik al weer voor de achtste keer mee - maar ook werd ik besmet met de Q-koorts. Daarvan heb ik nu nog steeds last. Ik voel ieder jaar dat het iets minder gaat met mijn energie.' Als Janneke te moe is om iets te doen probeert ze weer bij te komen door heerlijk in bad te gaan liggen. 'Ik hou erg van boeken lezen, maar in bad neem ik alleen tijdschriften mee. Die mogen nat worden als ik eens onderuit zak', gniffelt ze.

Lezen
Ze leest niet alleen (streek)romans, maar ook Hugo Claus of Dan Brown, van alles eigenlijk, maar geen oorlogs- en science-fiction-verhalen.

'Een deel van mijn tijd besteed ik aan vrienden en vriendinnen. Eén van hen is al vijftig jaar mijn vriendin, ze is hier kind aan huis. Tijdens de Vierdaagse ontstond ooit een gezellig groepje, waarin we ons samen voorbereiden en proberen middels bepaalde loopschema's de volgende Vierdaagse weer onder de knie te krijgen. Over knie gesproken: rond 1991 moest ik eigenlijk een nieuwe knie krijgen, maar het is er nooit van gekomen, ik ging gewoon maar door met alles. Rust roest, zeg ik altijd. Ik wandel veel en ga graag fietsen. Ook geef ik breiles aan mijn jongere collega's. Die kunnen dat helemaal niet meer, wist je dat?'

Oppasoma
Janneke wil volgend jaar stoppen met werken. Ze is niet bang zich te gaan vervelen, want, bezige bij als ze is, verwacht ze dan zelfs tijd tekort te komen. 'Wat denk je – als meervoudig oma heb ik nu al tien kleinkinderen om bij op te passen! En dan steek ik ook tijd in de open eettafel, en bovendien ben ik mantelzorger voor mijn zus.' Nee, stilzitten, dat kent Janneke niet.

Door Ton van Hulst