Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Amfibieën

Column

Mijn zus krijgt met de regelmaat waarmee ze vroeger kinderen kreeg, jaarlijks een prothese. Dit jaar is haar linkerknie aan de beurt. Daarna zijn al haar gewrichten van teflon en rvs. De originele onderdelen waren versleten, dankzij het jarenlang vloeren schrobben en plinten soppen bij welgestelde heren die als ze de kans kregen aan haar kont zaten. Een pacemaker heeft ze ook. Als ze boodschappen doet lijkt het of Robocop de AH bewaakt.

Tegenover deze kunstmatige vernieuwing staat de oerkracht van de wederopstanding. Niet van de man die een steen bij zijn graf verwijderde om terug te kunnen keren naar zijn vader, nee, ik heb het over de natuur. Met Pasen zag ik de eerste kikker in mijn vijver. Teruggekomen naar de poel waarin hij eens dikkopje was. Zonder tomtom of ook maar één keer de weg te vragen wandelde het amfibie na de winter terug naar zijn geboortewater. Wonderlijk.

Bij het wegscheppen van dood blad ontwaarde ik in mijn netje een kleine watersalamander. Zijn voorouders zijn jaren geleden met twintig broertjes en zusjes vanuit Frankrijk in een jampotje Nederland binnengesmokkeld. Zonder taalproblemen of inmenging van de Europese Unie sloten ze verbonden met de plaatselijke salamanders. Het gevangen exemplaar wandelde met de souplesse van een Franse balletdanseres van mijn hand om snel als Pieter van den Hoogenband naar de bodem te verdwijnen. Gelukte integratie lijkt me.

De komende weken mengt het verlekkerde gekwaak van padden en kikkers zich weer met het fluiten, krassen en koeren van vogels. In combinatie met uitbottend groen en bloesem brengt het intense vreugde in mijn winterhart. Straks ga ik onder de prunus omringd door nieuw leven een goed oorlogsboek lezen. Om te beseffen dat we die kilo hersenen vooral hebben gebruikt om elkaar te misbruiken, vernederen en vermoorden. Het had zo mooi kunnen zijn.