Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Sneeuwbaleffect

Column

Nog nooit was het Dickens Festijn zo in Dickenssfeer als dit jaar. Een laag sneeuw bedekte Druten. De witte sluier gaf het dorp van paupers en kwartjesheren een Victoriaanse, bijna zedige, schoonheid. Helaas waren er te weinig mensen die dat zagen. Code oranje hield duizenden potentiële bezoekers thuis. Ook acteurs en attracties lieten het door de barre weersomstandigheden afweten. Nederland was, zoals gebruikelijk na extreme sneeuwval, één grote chaos.

In mijn straat zagen alleen kinderen de voordelen. Met rode wangen trokken ze sleetjes door de straat, gooiden sneeuwballen en rolden sneeuw op een hoop om een sneeuwmens te maken. Want zoals alle kinderlijk vermaak is ook het spelen in en met sneeuw zijn onschuld verloren. Sneeuwman mag je niet meer zeggen. Kijk dus uit dat je de wortel hoog genoeg in de sneeuwhoop steekt, je staat zo voor een genderneutraal tribunaal. Dat bedacht ik terwijl ik moeizaam naar een restaurant sjokte om daar met een goede vriendin een wegens boventalligheid afgeslacht wild zwijn op te eten.

We waren de enigen in het knus verlichte etablissement zodat we ongegeneerd konden roddelen over iedereen die ons de laatste dagen was tegengevallen. Zwaailichten van strooiwagens fonkelden in de wijnglazen. Nadat die waren gepasseerd leek het dorp leeg als het hart van Ebenezer Scrooge. De ober deed in zijn overdreven onderdanigheid denken aan Uriah Heep, zodat ons Dickensgevoel nog eens stevig werd versterkt. We klonken en dronken op onze grote verwachtingen.

Buiten wachtte het noodlot, maar dat wist ik nog niet.

Na een afzakkertje bij de vriendin thuis sjokte ik alleen naar huis door een pap van gesmolten sneeuw en strooizout. Dicht bij mijn woning lag midden op de weg een enorme sneeuwbal. Gevaarlijk, dacht ik en begon het obstakel moeizaam naar de kant te duwen. Dat lukte niet zo best. Hijgend stond ik bij de reuzenbal toen een auto stopte. Politie. Een agente stapte uit en riep: "Zo! Vinden wij dit grappig?" Ik liep naar haar toe om uit te leggen dat ik juist bezig was de sneeuwbal op het trottoir te rollen. Helaas gleed ik uit en belandde ongewild in de armen van de vrouw. Even later zat ik geboeid achterin de politieauto. Opgepakt wegens vandalisme, openbare dronkenschap en het betasten van een agente.

Na een slapeloze nacht in de cel mocht ik naar huis. Slechts één gedachte troostte mij: ik heb een verhaal dat niemand zal geloven.