Pleun Kalkers
Pleun Kalkers Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Pleun Kalkers

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In deze rubriek maken we kennis met inwoners van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Pleun Kalkers
Leeftijd: 40 jaar
Woonplaats: Wamel

‘Onlangs werd ik 40 jaar’, vertelt Pleun, ‘en al die tijd heb ik in Wamel gewoond. Op een paar verschillende adressen, dicht bij deze plek. Wij hebben twee kinderen, lieve dochters van 5 en 8. Jarenlang was hier een belangrijke winkel gevestigd, waar heel Maas en Waal wel eens een tv of een wasmachine heeft gekocht, maar nadat het pand al een aantal jaren leeg had gestaan, hebben wij er onze woning kunnen bouwen.’

Pleun vindt het prachtig van alles te organiseren. ‘Het mooie aan Wamel vind ik onder andere dat als je hier iets op touw wilt zetten, je erg gemakkelijk hulp krijgt, iedereen helpt elkaar. Wamel is zonder meer mijn favoriete dorp. Ik denk dat het erg goed is dat er de laatste jaren ook veel nieuwbouw heeft plaatsgevonden. Nieuwe inwoners zijn immers een belangrijke aanvulling voor de scholen en de verenigingen in ons dorp, en dat komt uiteraard ten goede aan de leefbaarheid.’

Hulp zal hij, als voorzitter van De Oude Gierpont, ook nodig hebben bij het vinden van een nieuwe locatie voor Carnaval. Het oude pand, waarin sinds de jaren zestig heel Wamel Carnaval vierde, voldoet niet meer aan de veiligheidseisen. Een conclusie die de vereniging samen met gemeente en diverse veiligheidsdiensten moest trekken. ‘Wij zijn als carnavalsvereniging niet in staat de vereiste aanpassingen te realiseren, en nu heb ik samen met anderen in de kerstvakantie veel tijd gestoken in het bestuderen en beoordelen van tekeningen en ideeën voor een nieuw onderkomen. Gelukkig kregen we direct veel reacties van mensen die samen met ons de schouders onder dit project willen zetten. Het is een uitdaging een plek te vinden waar we met z’n allen een even mooi en supergezellig Carnaval kunnen vieren als wat we gewend waren. Maar hoe dan ook, we gaan ervoor en streven ernaar de standaard even hoog te houden als gewoonlijk. Want zeg nou zelf: Carnaval is toch kenmerkend voor Wamel, of niet soms? Hoewel we nog echt niet weten waar we uiteindelijk terecht gaan komen, zal er voor het komend volksfeest waarschijnlijk een bijzondere tent worden geplaatst, waar we met onze mooie tradities gewoon kunnen gaan feestvieren. We zien ieder jaar verschillende oud-Wamelnaren tijdens die dagen hier verschijnen om mee te doen in hun vroegere dorp.’ Pleun vertelt dat er in Wamel geen Raad van Elf is, maar ‘we kunnen beter spreken van een Raad van 29, een grote groep mensen die zich allemaal inzetten’, legt hij lachend uit. ‘De een kan dit en de ander weet weer dat. Voor muziek, decors, of hulptroepen doen wij nooit tevergeefs een beroep op het dorp.’

Prins Carnaval
Pleun, die in het dagelijks leven werkzaam is bij de Politie als operationeel expert, is dit jaar Prins Carnaval. ‘Het zit geloof ik wel een beetje in mijn bloed. Een oom van mij bekleedde die functie ook al eens. En mijn opa was de allereerste Wamelse Prins, in 1954. Een echt prinsenkostuum had hij niet - geen geld natuurlijk - dus droeg hij zijn pyjama om zich waardig te onderscheiden. En een ambtsketen was duidelijk al helemaal te veel gevraagd. Maar geen nood: om zijn hals hing hij een bij iedereen bekend metalen embleem met daarop de letters WW, die tijdens Carnaval niet stonden voor de Wegenwacht, maar toepasselijk betekenden: Wamelse Wauwel.’ Prins zijn is leuk, volgens Pleun. Je bent dan een soort ceremoniemeester, en natuurlijk een opvallend boegbeeld. Hij is er duidelijk trots op dat het prins zijn in Wamel nog steeds wordt gezien als een echt erebaantje.

Genieten van gewassen
In zijn vrije tijd helpt hij graag mee in het loon- en grondverzetbedrijf van zijn neef, waar hij fanatiek de trekker of grondverzetmachines bestuurt. ‘Daar geniet ik van, als ik zie hoe de gewassen groeien in de polder.’ Bij Unitas voetbalt hij al 23 jaar, vaak nog met schoolvriendjes van vroeger, van de basisschool. ‘Veel van hen zijn hier blijven wonen, en ik geniet van de paar momenten in de week dat we samenkomen voor een wedstrijd en natuurlijk een pilsje er achteraan.’

Geweldig feest
Hij kan het niet laten nog eens terug te komen op Carnaval. ‘Het wordt echt weer een geweldig feest. Ik weet zeker dat onze bezoekers zich snel thuis zullen voelen op de nieuwe locatie!’

Door Ton van Hulst