Tonnie Bremer.
Tonnie Bremer. Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Tonnie Bremer

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In deze rubriek maken we kennis met inwoners van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Tonnie Bremer
Woonplaats: Maasbommel
Leeftijd: 65 jaar

In een van de zogenoemde watersnoodhuisjes die uitkijken over de velden aan de rand van het dorp woont Tonnie Bremer. ‘In dit huis ben ik geboren en getogen,’ zegt hij meteen. ‘Mijn ouders hadden geen huis en woonden hier in bij mijn opa en oma. Later heb ik nog enkele jaren in de kern van Maasbommel gewoond, in de tijd dat ik naar de lagere school ging.’ Maar dat is lang geleden. Nu maakt Tonnie gebruik van de RVU-regeling (Vroeger werd dat de VUT genoemd), na 47 jaar bij de gemeente gewerkt te hebben, eerst bij die van Appeltern, en daarna werd het gemeente West Maas en Waal. ‘Onderhoud van vrachtwagens, tractoren, brandweerauto’s, dat was wat ik deed. Maar daarnaast was ik tevens kantinebaas. Dan zaten mijn handen onder de verf of smeerolie en moest ik deze dan eerst ontsmetten, voordat ik de koffie in kon schenken, haha.’

Na tien jaar ben ik in de buitendienst terechtgekomen: tractor rijden, regeninstallaties verleggen, onkruid spuiten, dat soort dingen. Meestal werkte ik hier aan de Maaskant, hoewel ik ook op de werkplaatsen in Dreumel en Beneden-Leeuwen te vinden was, vaak voor overleg. In Dreumel heb ik veel hout versnipperd, en schoffelde ik de perken schoon. En het onderhoud van de tennisbanen en de voetbalvelden, dat hoorde net zo goed tot mijn taken. Ik werd eens ’s morgens om een uur of vier uit mijn bed gebeld. Of ik nog gauw even het tennisveld in orde kon maken voor het toernooi dat om negen uur zou beginnen. Och, ik vond het niet zo erg hoor.’

Tonnies afscheid werd gevierd op de gemeentewerf, in bijzijn van de wethouder. ‘Ik kreeg verschillende leuke bierpakketten, en kijk eens hier.’ Midden op de tafel staat, niet te missen, een glanzende, deels zilverkleurige voetbal op een standaard. Diverse vlakken van de bal zijn beschreven met namen. ‘Dat zijn de namen van de jongens van het kampioenselftal. Ik ben er apentrots op!’ Meteen toont hij triomfantelijk een beker. ‘Wat dacht je hiervan? Eerste prijs bij het voetbaltoernooi! Mooi hè. Maar ik heb in mijn leven wel meer prijzen gewonnen, vrij veel zelfs.’

‘Bij het voetbal was ik vroeger jeugdleider van meerdere teams, en fungeerde als grensrechter of coach. Nu kijk ik graag naar het vrouwenvoetbal in Alphen of Altforst. Elke zondag, en dan maak ik er een leuk dagje van door een biertje te drinken met de leiders.’

Vrijetijd
Nu hij niet meer hoeft te werken, moet Tonnie een andere invulling vinden voor zijn tijd. Maar dat is geen probleem. ‘Ik heb van alles te doen hier in en om het huis. De kozijnen zijn dringend aan vervanging toe (maar er is wel een wachttijd van vijftien weken!), ik heb een tuin om bij te houden en ik ben vrijwilliger bij Dijkensport.nl, het Hanzeweekend en bij wielerwedstrijden. Dranghekken plaatsen, verkeersregelaar spelen bij de skeelerwedstrijd, en veel meer, weet je wel. En later ook weer alles opruimen natuurlijk. Ze komen me dan al om zes uur ’s morgens ophalen. Ik liep zelf ook een keer mee, maar kon toen niet de hele afstand afleggen, want na een halve marathon moest ik weer aan de gang als vrijwilliger.’ Daarnaast biedt hij regelmatig hulp aan een weduwe. Snoeien, maaien, hout zagen, hij is van alle markten thuis.

Hardlopen
Hardlopen, dat doet Tonnie graag. ‘Soms gaan we met een groepje hier uit de buurt. Ik heb ook in 2011 in New York meegedaan en liep de marathon van Berlijn. Hier, allemaal medailles, en nog wel van die heel grote! Ik heb de zestig van Texel gelopen, helemaal rondom het eiland. Dat was een mooie ervaring. Maar de laatste tijd doe ik het wel een beetje rustiger aan hoor, want ik heb wat last van mijn spieren.’

Gedichten
Je zou het niet van hem verwachten, maar Tonnie heeft nog een troef achter de hand. Hij schrijft gedichten. Met de hand geschreven kwatrijnen, op losse velletjes papier, die hij met pretoogjes naar voren schuift. ‘Ja, ik heb ze zelfs gepubliceerd. Ik denk dat heel Maasbommel mijn werk wel gelezen heeft!’

Hij vindt Maasbommel een geweldig dorp. De mensen hier betrekken mij overal bij en geven mij zelfvertrouwen, hoewel ik vanwege mijn spierproblemen niet meer alles kan zoals ik het zou willen. ‘Nee, ik wil hier echt niet weg, ik vind het fijn in Maasbommel!’

Door Ton van Hulst