Geert van Kraaij.
Geert van Kraaij. Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Geert van Kraaij

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In deze rubriek maken we kennis met inwoners van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat is een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.


Naam:Geert van Kraaij
Woonplaats: Druten
Leeftijd: 73 jaar

‘Ik ben al ruim twaalf en een half jaar weg uit de slagerij, die ik altijd runde in de Drutense Hogestraat. Toen 49 jaar geleden de stichting Druten Promotion werd opgericht tijdens een vergadering van de toenmalige winkeliersvereniging Drumito, werd de vraag gesteld ‘of iemand iets wilde organiseren’. Ik zei er ja op, en kort daarna koos de Nijmeegse Fietsvierdaagse Druten uit als pleisterplaats op de donderdag. In die eerste jaren werd die dag, de Dag van Druten, uitsluitend gedragen door winkeliers, maar gaandeweg kwamen er ook mensen van de gemeente, de horeca en anderen bij.’ 

De Fietsvierdaagse hield op te bestaan, maar dat betekende niet het einde voor de Dag van Druten. ‘Wij gingen gewoon door’, vertelt Geert met enthousiasme. ‘Ik heb het altijd leuk gevonden, hoewel er de laatste jaren wel veel druk op ons werd gelegd in verband met beveiliging, vergunningen, enzovoort. Ik deed altijd de verhuur van de kramen, maar later besteedden we dat uit.’

Avond van Druten
Dit jaar gaat de Avond van Druten niet door, wegens een tekort aan beschikbare politiemensen. Geert vindt het erg jammer. ‘Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Gelukkig hebben we uitstekend overleg gevoerd met de burgemeester. Volgend jaar verschuift het evenement naar het weekend, met op zaterdag de Avond van Druten, en op zondag de braderie met voldoende aandacht voor de kinderen.’

Avondvierdaagse
Geert is tevens betrokken bij de avondvierdaagse. Al 48 jaar inmiddels. Hij vertelt dat het oorspronkelijk een initiatief was van Boldershof. ‘Toen Boldershof er mee stopte namen wij het over, met slechts een man of drie. Prachtig vind ik het, we proberen al die kinderen aan het lopen te krijgen. De scholen worden al ruim van te voren ingelicht, middels persoonlijke bezoekjes en informatiemateriaal. We kennen zes afstanden per avond. In heel Nederland zijn er wel zo’n 800 of 900 avondvierdaagsen, maar wij zijn een van de zeer weinigen met zes afstanden. Voor de organisatie krijgen we veel steun, ook financieel, van de Appelhof-ouderraad, en van buurtverenigingen. Dat scheelt ons erg veel werk, want de Appelhof is erg actief in het stimuleren van leerlingen voor de wandeltocht. Een avondvierdaagse is een grote klus voor veel mensen, maar het geeft elk jaar weer een enorme voldoening.’

‘We zijn ook blij met de gesponsorde routewagen.’ Dit jaar hoef je me niet te bellen, hoorde Geert onlangs van buurtvereniging de Klepzeikers. ‘Hoezo niet?’ ‘Och, we doen tóch wel mee, je kunt op ons rekenen.’ 

Stoppen
Geert heeft altijd geroepen dat hij zou stoppen als hij 75 werd. ‘Maar dat wordt nu toch anders. We hebben twee keer niets kunnen organiseren vanwege corona, en ik wil het beslist vijftig keer gedaan hebben, dus ik moet nog wat langer doorgaan.’ De uitdrukking op zijn gezicht lijkt te zeggen: net zo lang als ik kan.

‘En dan heb ik ook nog een ander baantje, als vrijwilliger. Ik zet mij in voor de huurders van de gemeente Druten. We werken met een ploegje van vier, en daarin ben ik zeg maar de buitendienstmedewerker. Ik ken erg veel mensen en geef advies in het geval van problemen of vragen en verwijs de mensen naar de juiste instanties.’

DIO’30
In zijn jonge jaren voetbalde Geert graag, bij zijn favoriete club DIO’30. ‘DIO is echt mijn ploeg. Ze doen het goed en het is er altijd gezellig. Nee, nu speel ik niet meer hoor. Ik ga wel langs de lijn staan kijken, lekker de wedstrijd volgen en wat kletsen met het andere publiek.’

Druten
Geert heeft altijd in Druten gewoond. Vroeger op de dijk, waar zijn ouders een slagerij hadden. ‘Als jong menneke hielp ik graag mee tijdens de Leste Mert. Dan moesten we de koeien en het andere vee vanaf de pont naar de Hogestraat begeleiden. Een hele gebeurtenis. En ik weet nog goed, in 1963, het jaar dat Reinier Paping de Elfstedentocht won, liep ik met vijf andere jongens over de bevroren Waal naar de overkant. Levensgevaarlijk natuurlijk! Als mijn vader dat had geweten… Vanuit de slagerij brachten we de waren altijd rond in het dorp, zoals de melkboer en de bakker. Maar helaas, dat zie je nu niet meer. Het waren mooie tijden, maar die sfeer van vroeger is echt verdwenen.’

Door Ton van Hulst