De Tuut gaat met zijn tijd mee

Algemeen

APPELTERN - Regelmatig kwam het langs in de gemeenteraad, de mogelijke samenwerking van Museum Tweestromenland met andere historische bewaarplaatsen in Maas en Waal, bijvoorbeeld stoomgemaal De Tuut in Appeltern. Tweestromenland heeft het niet gered, hoe vergaat het De Tuut?

'We zijn wel verbaasd over de suggestie van samenwerking met Tweestromenland, we lezen dit alleen maar in de krant. Ooit hebben we wel eens bij elkaar gezeten, maar dat initiatief is doodgebloed.' Aan het woord Goof van Oers, al dertien jaar secretaris van de beheersstichting van De Tuut en nog veel meer. 'Het stoomgemaal ontvangt jaarlijks 4500 bezoekers, het bezoekersaantal stijgt langzaam, maar gestaag. Dat is ook precies het goede tempo, we moeten het wel kunnen bijbenen. Overigens is de stichting 'Baet en Borgh' volledig eigenaar van het gemaal, dus we hoeven geen huur te betalen.

'In eerste instantie stond het stoomgemaal negentig procent van de tijd leeg. Nu, dankzij De Doederij, zijn we vier dagen per week open en in de zomermaanden zes dagen. De Tuut blijkt een heel geschikte dagbesteding voor de mensen van De Doederij, een echte win-winsituatie. Ze runnen voor een groot deel het museum, we zijn er heel tevreden mee. Het maakt dat andere medewerkers, de techneuten, van De Tuut zich aan de machines en motoren kunnen wijden en bijvoorbeeld rondleidingen verzorgen. Financieel krijgen we ondersteuning van het Waterschap, de gemeente en van de provincie en we zijn een rijksmonument, dat zorgt ook voor extra inkomsten. Dan spreekt het vanzelf dat je daarvoor iets terug wilt doen, de samenwerking met De Doederij past heel goed in die gedachte. De visie van het bestuur is dat je er alleen met techniek niet komt, je moet veel breder willen zijn. Daar was niet iedereen het altijd mee eens, maar het is wel de weg die we zijn ingeslagen. Het naastgelegen Motorenmuseum is daar een voorbeeld van. Ook worden er regelmatig lezingen gehouden.'
'We hebben ons ook laten adviseren door een museumdeskundige. Een van de tips was om je bezit niet integraal te exposeren, maar deels in depot te houden, zoals grote musea dat doen. Zo kun je steeds iets anders laten zien. Het publiek is afhankelijk van wat je biedt, als je geen variatie hebt, is er ook geen reden om eens vaker te komen'.

Er ligt nu een plan om de inrichting professioneler te maken. Zo staan er nog kartonnen informatiebordjes, die de Tuut graag zou vervangen door een digitaal systeem. 'Daar moet de bezoeker nog op wachten, want we hebben de fondsen nog niet rond. En we doen altijd pas iets als er geld is, zo hebben we ook geen schulden', besluit Van Oers vrolijk.

Door Addy de Meij