Afbeelding
Foto: Bas van der Hoeven

Column Bas van der Hoeven: Plaatjes

Algemeen

Afgelopen weekeinde met mijn jongste zus (70) jeugdfoto's bekeken. Vierkante zwart-witprentjes met een kartelrandje waarop we lachend naar vader kijken. Die had in de jaren vijftig fotograferen als hobby. Met een camera waarbij je op een knopje moest drukken om de lens naar buiten te laten klappen. Aan een kartonnen blaasbalgje, een mini-accordeon waarin ons luidruchtige bestaan in stilte bevroor. Hij fotografeerde vooral zijn negen kinderen. Gelukkig maar. Nu kan ik nog steeds zien dat het waar was wat ik me herinner. Dat we gelukkig waren.

Op veel foto's staan we op een rij. Zoals de Daltons in de Lucky Luke-strips: van groot naar klein of andersom. We woonden in een huis waar op elke slaapkamer twee tweepersoons bedden stonden. Met varkens, kippen, ganzen, konijnen en fruitbomen in een diepe tuin, nu doorsneden door twee asfaltwegen. Op het tuinpad van mijn vader bracht mijn driewieler me naar de grens van mijn bestaan. Bij de bonenstaken hield de wereld op. Vandaar kon ik ons huis niet meer zien.

Vrijdag was ik in Agora, bij de jubileumshow van Gerard van Maasakkers. Mooie liedjes die me als foto's terugvoerden naar vroeger. 'Een handvol vrienden, meer hoef da nie te zijn. Vur 't stikken van het lachen, vur 't stillen van de pijn.' Het was prachtig, maar na een avond luisterliedjes begeleid door piano, akoestische gitaar en ukelele had ik thuis een heftige behoefte aan herrie. Gelukkig woon ik vrijstaand, zodat ik Nightingales and Bombers van Manfred Mann's Earth Band helemaal kon beluisteren op het juiste volume, zonder bezoek van de politie.

De beelden kwamen vanzelf.

Zaterdag gaf een vriend, die ik ken vanaf de middelbare school, een afscheidsfeest. Hij verkast naar de overkant van de rivier. Een nieuwe liefde achterna. De beste én meest riskante reden om te verhuizen. Ik kreeg een mapje met foto's van hem. Had hij gevonden met inpakken. We stonden er samen op met onze toenmalige vriendinnen. In Antwerpen, op Texel, in onze jarenzeventigwoonkamers.
De magische jaren, noemen we die tijd. Magisch omdat we jong en druistig waren. Er was altijd muziek, er was altijd drank, er was altijd reuring. Hoe hard we overal ook om lachten, het leven bleef maar teruglachen. Dat zie je op die foto's.

Het stemt vrolijk en weemoedig.

Vrolijk omdat we het meemaakten,
weemoedig omdat het voorbij is.