Column Bas van der Hoeven: Jan Rikken

Algemeen

Jan Rikken

Gisteren heb ik met vele anderen afscheid genomen van Jan Rikken. Vorige week stierf hij in zijn tuin, onverwacht en plotseling. Jan fotografeerde 45 jaar in het Land van Maas en Waal en daarbuiten voor dagblad De Gelderlander. Twintig jaar daarvan werkte ik als journalist met hem samen. Lang genoeg om hem ook als mens te leren kennen en waarderen.
Als Dreumelnaar was Jan betrokken bij alles wat voor zijn lens kwam. Hij hield van het Land van Maas en Waal, hij hield van de mensen die er wonen. En de mensen hielden en houden van Jan. Hij opende deuren, stelde mensen gerust. De krant kwam langs en dat was voor velen eng, maar Jan was er bij. Dan komt het goed dacht iedereen. Maas en Walers onder elkaar. En dat was ook zo, want Jan nam de tijd. Hij was niet een fotograaf die met één klik zijn opdracht bezegelde. Jan bleef. Soms zolang dat je dacht: die wil niet naar huis. Dat was een misvatting. In de tijd dat ik met hem werkte heb ik gemerkt en van hem gehoord hoe hij steunde op zijn thuisfront. Hoeveel zijn vrouw Jo voor hem betekende, hoe trots hij was op zijn kinderen Richard en Inge. En natuurlijk op zijn kleinkinderen Joyce, Senne, Elin, Mare en Cas. En er komt een zesde kleinkind. Dat zal opa Jan alleen kennen van foto's en door de verhalen. "Ach, is Jan Rikken jouw opa", zullen ze zeggen. "Ja natuurlijk heb ik die gekend. Jan van de krant. Die fotograaf uit Dreumel die altijd de tijd nam voor het mooiste plaatje."
Jan en ik hadden één favoriet onderwerp: Het Toverbaltheater. De theaterwerkplaats voor mensen met een beperking. Samen hebben we daar, eerst in Puiflijk en later in de Waterstraat in Leeuwen, heel veel reportages gemaakt. En steeds werden we weer geraakt. Door de sfeer op die bijzondere plek waar de wereld een beetje beter wordt gemaakt. Waar je niet wordt afgerekend op je falen, maar wordt gewaardeerd om wat je wél kunt. Een plek waar mensen opbloeien. Mensen die te kleurrijk zijn om zelfstandig te kunnen overleven in onze zwart-witwereld. En de Toverballers hielden van Jan, als hij binnenkwam kreeg hij altijd een daverend applaus. Jan van de krant stond aan hun kant. Jan liet ze stralen.
Bij het tienjarig bestaan van het theater maakte Jan foto's voor de jubileumglossy. Dagenlang was hij paraat met zijn camera om iedere medewerker zo mooi mogelijk te portretteren. Niets wilde hij daarvoor hebben: Jan was een toverballer. Geen wonder dat hij na zijn dood geen bloemen wilde, maar een financiële bijdrage voor zijn theater.
Een jaar geleden is zijn auto gestolen. Met zijn fotospullen. "Ik heb getwijfeld of ik nog een camera zou aanschaffen", zei hij. "Maar ik heb er toch maar een gekocht. Tweedehands. Want De Gelderlander belt me nog steeds. Dan kan ik toch geen nee zeggen. En om nu helemaal te stoppen... Zonder camera durf ik eigenlijk nergens naar binnen. Fotograferen heeft me zoveel gebracht..."
Ons ook Jan.
Bedankt.