De Waal, met rechts Excluton.
De Waal, met rechts Excluton. Foto: Rechtenrvij

Herinrichting en uitbreiding Excluton mogelijk

Algemeen

DRUTEN - 'Het is eigenlijk heel simpel, als je één meter uiterwaard in gebruik neemt voor bijvoorbeeld de opslag van stenen, dan moet je elders een meter ruimte maken voor de rivier', zo vat burgemeester Luciën van Riswijk heel kernachtig de rivierkundige ontwikkelingsvisie Drutensche Waarden samen.

In 2014 schoot de Raad van State het bestemmingsplan Buitengebied Waalbandijk af, precies om de reden die van Riswijk zo kernachtig had genoemd. Er was te weinig rivierruimte gecreëerd voor met name de ruimte die Excluton innam op haar terrein in de uiterwaarden, voor vrachtwagens en stapels stenen. Het bedrijf moest daar dan ook weg op straffe van fikse dwangsommen.

Inmiddels is sinds 2014 veel overleg geweest tussen de betrokken partijen: gemeente, Rijkswaterstaat, provincie, waterschap en Excluton. Het zogenoemde Excluton-eiland mag er komen, maar daarvoor moet een fikse compensatie voor de Waal worden gerealiseerd. Tot 2030 gaat het in hoofdzaak om de herinrichting en uitbreiding van de bedrijfspercelen van Excluton, Conpaxx en het voormalige 'Deelens-terrein'. Met name voor de uitbreiding wordt vooraf een plas ten zuidoosten van het "eiland" aangelegd en de zomerdijk verlegd. Dit alles op kosten van Excluton. Van 2030 tot 2050 wordt een aansluitende nevengeul gesitueerd ten zuiden van het Excluton-eiland. Deze geul eindigt bij de Blauwe Brug.

Op basis van de berekeningen en de effecten van alle rivierkundige ingrepen ontstaan er kansen om zoveel verruiming te realiseren dat, naast de ontwikkelingen bij Excluton, zelfs initiatieven bij Rodruza en de Veerdam mogelijk worden. Wethouder André Springveld maakte duidelijk of in deze periode begonnen kan worden met een drijvende horecavoorziening en een camperplaats bij de Veerdam, een politieke en economische afweging is. 'Na realisatie van de plas en verlegging van de zomerdijk hebben we in ieder geval voldaan worden aan de eisen', aldus wethouder Springveld.

Door Piet Zeeuwen.